Klooster Marienhof, Amersfoort

Marienhof, Amersfoort (1)
Marienhof, Amersfoort (2)
Marienhof, Amersfoort (3)
Marienhof, Amersfoort (4)
Marienhof, Amersfoort (5)
Marienhof, Amersfoort (6)
Marienhof, Amersfoort (7)
Marienhof, Amersfoort (8)
Marienhof, Amersfoort (9)
Marienhof, Amersfoort (10)
Marienhof, Amersfoort (11)
Marienhof, Amersfoort (1) Marienhof, Amersfoort (2) Marienhof, Amersfoort (3) Marienhof, Amersfoort (4) Marienhof, Amersfoort (5) Marienhof, Amersfoort (6) Marienhof, Amersfoort (7) Marienhof, Amersfoort (8) Marienhof, Amersfoort (9) Marienhof, Amersfoort (10) Marienhof, Amersfoort (11)

Tegen de zuidelijke stadsrand van het centrum van Amersfoort ligt het klooster Marienhof. Het klooster is vanaf 1547 op deze plek gebouw nadat ze hun oude klooster op het platteland hebben moeten verlaten omdat deze door oorlogshandelingen was geplunderd en verwoest. De kloostergemeenschap vond binnen de stadsmuren van Amersfoort bescherming tegen het oorlogsgeweld. Het vrij omvangrijke kloostercomplex bestond uit een kloosterkapel, hoofdgebouw met een (incompleet) kloosterhof en even verderop een brouwhuis met een aantal kleinere bijgebouwen. Toch is het complex nooit afgebouwd. Voordat het kloosterhof kon worden voltooid brak de reformatie uit en werd het klooster een duurzame toekomst afgenomen. Na het overlijden van de laatste kloosterling in 1610 kwam het gehele complex vrij en na het Amersfoortse Burgerweeshuis hun intrek in het complex. De weeshuisinstelling zou uiteindelijk ruim drie eeuwen het oude kloostercomplex gebruiken. In die periode zijn er een aantal moderniseringen en praktische aanpassingen gedaan maar de middeleeuwse structuur van het gebouw bleef goed bewaard. Pas toen de eisen voor de huisvesting van weeskinderen tegen het begin van de twintigste eeuw strenger werd en de onderhoudsstaat van het gebouw bovendien te wensen overliet, verliet het weeshuis de gebouwen. Vervolgens kreeg het pand een aantal tijdelijke bestemmingen maar bleef sloop ook een serieuze optie. De komst van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek bleek de redding van het pand. Een grondige restauratie tussen 1949-1950 ging hieraan vooraf. De restauratieopvatting dat de oorspronkelijke middeleeuwse bouwfase het eindbeeld zou moeten bepalen, ging in een aantal gevallen ten koste van de afleesbaarheid van de historische gelaagdheid van het pand. Bij het plafond van de kloostergangen ging men zelfs nog verder. Hier waren de kruisgewelven in de middeleeuwen namelijk nooit aangebracht maar werden deze tijdens de restauratie alsnog aangebracht.

Hoewel de grondige restauratie in de jaren veertig de absolute redding van het klooster was, bemoeilijkte deze ingrepen de afleesbaarheid van de bouwsporen. Hierin zat dan ook de voornaamste uitdaging van het onderzoek. Zo was de latere ontwikkelingsgeschiedenis uit met name de achttiende- en negentiende eeuw voor een groot deel uitgewist tijdens de restauratie en daardoor soms moeilijk te reconstrueren. Tegelijkertijd was de restauratie en de daarbij behorende opvattingen van destijds een onderzoeksonderwerp op zichzelf. Een rijk archief van verschillende plannen, schetsen en tekeningen van een goed beeld van de gekozen richting en ook de alternatieven. Hierdoor kon van deze betrekkelijk recente maar toch minstens zo interessante bouwfase een compleet beeld geschetst worden. Tevens zijn de houten constructies van de verschillende daken aan een uitgebreide documentatie en dendrochronologisch onderzoek onderworpen. De volledige rapportage is gepubliceerd via www.tijdbeeld.com.